Hoe speel ik squash?
Het spel
Squash wordt gespeeld door 2 spelers in een ruimte die omgeven is door 4 muren. De spelers slaan de bal om de beurt tegen de voormuur. Wanneer de bal van de voormuur terugkomt mag de bal niet meer dan één keer op de grond botsen voordat de andere de bal slaat. De speler mag de bal echter ook volleren (d.w.z. slaan zonder de bal te laten botsen).
Omdat squash in een betrekkelijk kleine ruimte (6.40m x 9.75m) wordt gespeeld en de spelers vaak dicht naast elkaar staan, is het van groot belang het racket op de juiste wijze te hanteren. Door de arm bij de zwaai gebogen te houden vermijdt de speler de kans op een gevaarlijke achterzwaai of uitzwaai die bovendien verboden is. Schematisch weergegeven kan men zeggen dat het racket bij de zwaai een verticale halve cirkel beschrijft. Men begint hoog en eindigt hoog. Een speler dient er rekening mee te houden dat de tegenstander steeds de bal moet kunnen slaan en dient hem hiertoe alle ruimte te geven. Indien de speler uit vrees om zijn tegenstander te raken de bal niet slaat, speelt men een let (d.w.z. de rally wordt opnieuw gespeeld). Zou de speler de bal wel slaan, missen en dan pas een let vragen, dan wordt in dit geval geen let gespeeld en gaat de service naar de tegenpartij.
Goede tip
Probeer zoveel mogelijk ballen door het midden te vermijden. Sla zoveel mogelijk langs de zijmuren of in één van de vier hoeken. Ga zelf na het slaan van de bal zo snel mogelijk naar de “T” (midden van de baan).
De puntentelling
Er wordt gespeeld volgens de Point-a-Rally (PAR) score. Dit is een scoremethode waarbij iedere rally een punt inhoudt. Servicewissels vinden nog wel plaats maar ook de ontvangende speler krijgt een punt bij de winst in de rally. Een wedstrijd zal gaan om 3 gewonnen games. Iedere game gaat tot 11 punten, tenzij de stand 10-10 bereiktis. In dit geval gaat de game door tot een van de spelers wint met 2punten verschil. De referee zal bij 10-10 aankondigen: “Tie break, speler dient te winnen met 2 punten verschil”. De gamescore wordt dus vb. 12-10 of 17-15.
De bal
Dunlop heeft op gebied van squashballen voor elke doelgroep de juiste bal ontwikkeld. De serie bestaat uit een 4-tal ballen:
- De PRO is gemaakt van zwart carbon rubber en heeft 2 gele stippen als markering. Deze wordt gebruikt voor de SQV-competitie en tornooien en is de langzaamste bal (stuit het minst goed).
- Voor de competitie- en amateurspeler is de COMPETITION ontwikkeld. Deze bal is tevens gemaakt van zwart carbon rubber maar heeft slechts 1 gele stip als markering.
- De PROGRESS is bedoeld voor de recreatieve speler die zijn spel wil verbeteren. De bal is 6% groter en heeft een 20% grotere “hang time”, waardoor de bal langer in de lucht blijft hangen en makkelijker te bespelen is.
- De INTRO is bedoeld voor de absolute beginner. Deze is 12% groter en biedt 40% grotere stuithoogte. De Intro is blauw van kleur.
De Progress en de Intro hebben direct de juiste speeleigenschappen. Deze hoeven niet opgewarmd te worden.
Schoeisel
De schoenen moeten een nette, niet afgevende zool hebben.
Verklaringen tekeningen
Basistechnieken
De “T” positie beheersen
Squash is als een fysiek schaakspel. De basistactiek bestaat erin het gebied rond de “T” te beheersen en zo je tegenstander zoveel mogelijk naar de 4 hoeken te laten lopen liefst in diagonale vorm. Hoe goed de conditie van je tegenspeler ook is, hij zal vlug uitgeput worden.
Maak geen opzettelijke fouten
Squash is een spel met zowel mentale als fysieke druk. Om je tegenstander steeds onder druk te zetten is het belangrijk geen onopzettelijke fouten te maken. De winnaar is niet altijd de speler die de meeste winnende shots slaat, maar gewoonlijk de speler die de minste fouten begaat.
Speel de bal goed rechtdoor of sla goede lengths
Te veel spelers willen te vroeg in het spel winnende shots slaan. Wanneer je een winnend shot wil slaan, dan moet je eerst je tegenstander dwingen een zwak of minder goed shot te spelen. Je bereikt dit meestal door een goede length naar de achterste hoeken te spelen en zo dwing je de tegenstander enkel de bal terug te slaan zonder daarom een winnend shot te spelen.
De bal met kracht slaan
De bal met veel agressiviteit en nauwkeurigheid spelen kan je tegenstander uit evenwicht brengen. Deze manier van spelen kan veel efficiënte shots uitschakelen van een tegenspeler die de bal niet met kracht slaat.
De snelheid van de bal bepalen
Door zelf de snelheid van de bal te bepalen kan de tegenspeler onzeker worden wanneer deze kiest voor een krachtig en dus snel spel. Als je de bal dicht bij de zijmuren kan spelen, zal de speler die met kracht slaat gefrustreerd raken en fouten maken.
De bal vroeg en in volley spelen
De aanvallende speler is niet enkel die speler die met kracht slaat, maar ook de speler die een volley of half volley speelt wanneer hij ook maar de kans krijgt. Bij een volley sla je de bal zonder dat deze op de grond botst. Door zo te spelen zal je tegenstander minder tijd hebben om tussen de slagen te recupereren.
De snelheid van de bal veranderen
Je kan het ritme en evenwicht van je tegenstander breken door jouw shots af te wisselen en door de snelheid van de bal te veranderen tijdens het spel.
Shots spelen om het spel te vertragen of om te misleiden
Probeer misleidende en vertragende shots te spelen. De speelwijze van een speler die altijd volgens een bepaald patroon speelt wordt vlug doorzien. Het is bovendien vervelend tegen zo’n tegenstander te spelen.
Basistechniek forehand en backhand
Om een goede squasher te worden, moet je verschillende facetten van het squash beheersen. Naast een goede conditie en tactisch inzicht is een correcte techniek noodzakelijk. Enkel zo krijg je de controle over de bal en ben je in staat om de druk van de tegenstander te weerhouden.
Belangrijk is dat je je racket op de juiste manier vasthoudt.
De forehand lengte en de backhand lengte zijn de belangrijkste slagen in het squash. Zo laat je je tegenstander naar de achterste hoeken bewegen. We geven een kort overzicht van deze basisslagen aan de hand van foto’s. Zo weet je meteen waarop je moet letten.
Forehand lengte
Backhand lengte